De’ Medici was een invloedrijke bankiers- en politieke familie die van 1434 to 1734 heeft geregeerd over Florence en een tijd over het hertogdom Toscane. De Medici zijn belangrijk geweest voor het bankleven, maar ook zeker voor de stimulering van kunst uit die tijd.
Hoewel de familie de’ Medici al eeuwen bestond, begint hun opmars in de geschiedenisboeken vaak met Giovanni di Bicci de’ Medici. In tegenstelling tot zijn vader – die geen succesvolle zakenman was – had Giovanni wél een scherp zakelijk inzicht. Zijn invloed in Florence én daarbuiten groeide snel.
Een van zijn belangrijkste wapenfeiten was de samenwerking met de paus. Toen paus Gregorius XI de kerkelijke zetel weer terugbracht naar Rome (na een periode in Avignon), werd de Medici-bank rond 1413 aangesteld als beheerder van de pauselijke schatkamer. Dit maakte van de familie in één klap een economische grootmacht.
Na Giovanni kwam zijn zoon Cosimo de’ Medici – bijgenaamd il Vecchio (“de oude”) – aan de macht. In tegenstelling tot zijn vader mengde Cosimo zich actief in de politiek, wat hem niet alleen macht opleverde maar ook vijanden. In 1433 werd hij door de invloedrijke Albizzi-familie verbannen uit Florence. Het volk bleef echter trouw aan Cosimo, waarna hij in 1434 terugkeerde en het bestuur van de stad op zich nam. Dit markeerde het begin van een dynastie die meer dan drie eeuwen zou voortduren.
Overzicht van de Medici. Werk van Bronzino.
De' Medici gaven hun vermogen bedachtzaam uit; grote bedragen gingen naar de verfraaiing van Florence en de steun aan kunst en cultuur, wat veel waardering van de bevolking opleverde. Kunstenaars als Donatello, Fra Angelico en Filippo Brunelleschi konden dankzij Cosimo’s mecenaat hun werk realiseren. Zo is Brunelleschi bijvoorbeeld de bedenker van de gigantische koepel op de kathedraal van Florence.
Na Cosimo volgde zijn zoon Piero I, die kort daarna overleed aan jicht. Zijn zonen Lorenzo I en Giuliano namen vervolgens het bestuur over. Zij zetten het beleid van hun grootvader voort en wonnen steun bij het volk door een gunstig belastingstelsel in te voeren.
Niet alle machtige families waren echter even gecharmeerd van de broers. De Pazzi-familie en de aartsbisschop van Pisa beraamden in 1478 een aanslag: Giuliano werd gedood, maar Lorenzo overleefde. Zijn vergeldingsactie was hard: hij liet de aartsbisschop en bijna de hele familie Pazzi ophangen.
Lorenzo was geen uitmuntend bankier, maar wel een begaafd politicus met een groot hart voor kunst. Onder zijn leiding raakte de Medici-bank bijna failliet, maar hij wist tegelijkertijd vrede te bewaren tussen de Noord-Italiaanse steden. Hij ondersteunde grootheden als Leonardo da Vinci, Botticelli en Michelangelo.
Invloed van de Medici op het huidige Florence met het Palazzo Vecchio en de kathedraal.
Na Lorenzo verslechterde de positie van de familie. De dominicaanse prediker Girolamo Savonarola viel de Medici openlijk aan en verkondigde dat alleen God absolute macht mocht hebben. Zijn religieus fanatisme sloeg aan onder het volk.
Lorenzo’s zoon, Piero II, bleek bovendien een ongeschikte opvolger. Hij was arrogant en gaf het geld graag uit. Toen hij zich zonder veel weerstand overgaf aan de Franse troepen die Florence in 1492 binnentrokken, verloor hij het vertrouwen van de bevolking. Piero werd verdreven en zijn bezittingen geplunderd.
In de jaren daarna stond Florence onder wisselend bestuur en werd regelmatig belaagd. In Rome boekten de Medici echter nieuwe successen: Giovanni, de tweede zoon van Lorenzo, werd in 1513 paus Leo X. Zijn neef Giulio werd later paus Clemens VII. Deze pauselijke macht speelde een belangrijke rol in de terugkeer van de familie naar Florence.
In 1519 keerde Lorenzo II de’ Medici, zoon van Piero II, namelijk met steun van paus Leo X en de Spanjaarden terug als leider van de stad.
Het echte herstel van de dynastie begon met Cosimo I de’ Medici. Hij stamde niet af van Cosimo il Vecchio, maar van diens broer Lorenzo. Ondanks zijn jonge leeftijd wist Cosimo al snel de macht naar zich toe te trekken. In 1569 werd hij door paus Pius V benoemd tot eerste groothertog van Toscane.
Cosimo I liet Florence opbloeien en verstevigde zijn macht door vestingwerken aan te leggen in steden als Siena, Pisa en Arezzo. Ook op cultureel vlak liet hij zijn sporen na: onder zijn bewind werd de Uffizi opgericht – nu een van de beroemdste musea ter wereld.
Standbeeld van Cosimo I De' Medici op het paard op het Piazza della Signoria in Florence
Toen Gian Gastone De' Medici in 1737 overleed, stond er geen opvolger meer klaar en kwam er een einde aan de meer dan drie eeuwen waarin de Medici hadden geregeerd over Florence. Het groothertogdom Toscane kwam in handen van de familie Habsburg-Lotharingen.
Het klinkt misschien wat zoet , maar de Medici drukten een onuitwisbaar stempel op de geschiedenis van Florence, Toscane, maar eigenlijk ook heel Italië en de Europese renaissance. Dankzij hun politieke invloed en de drive om geld te investeren in kunst, wetenschap en architectuur, kunnen wij tot op de dag van vandaag genieten van enkele schitterende werken uit die tijd.